Nabestaandenbijeenkomst April-meistakingen.

Historicus en journalist Hans Morssinkhof is initiatiefnemer van de Stichting Landelijke Herdenking April-meistakingen 1943 en Marianne Belleman is psychiater bij ARQ Centrum’45: Nationaal Psychotrauma Centrum. Zij hielden ieder een lezing tijdens de nationale nabestaandenbijeenkomst van de April-meistakingen die gevolgd werd door een vragensessie

*Van de 184 doden van de April-meistakingen zijn 52 mensen nog altijd spoorloos. Waarom hield de
bezetter geheim waar de lichamen begraven werden?

Morssinkhof: Van mensen die met Standrecht gefusilleerd werden mocht niet bekend worden waar
ze begraven waren. De bezetter deed dit om te voorkomen dat de graven uit zouden groeien tot
bedevaartplek en zo tot inspiratie van verzet zouden dienen.


*Vermissing is erger dan dood, zeggen nabestaanden. Waarom is dat zo?
Belleman: Bij vermissing is het niet duidelijk of nabestaanden moeten rouwen of wachten. Ze houden
de hoop dat hun geliefde toch nog leeft. Er is geen rust. Rouw is tot je door laten dringen dat mensen
overleden zijn.
Morssinkhof: Ik begrijp het cynische spel van Rauter steeds minder. Hij wilde veel doden, maar niet
te veel, liet doodvonnissen uitspreken, maar niet alle voltrekken.
*Hoe gaat het Centrum’45 van ARQ Nationaal Psychotrauma Centrum om met de tweede en derde
generatie oorlogsslachtoffers?

Belleman: We behandelen mensen uit de tweede generatie in groepen, die zo herkenning en
erkenning vinden in de verhalen van anderen. Ze begrijpen het gedrag van ouders daardoor beter,
nemen afstand en ontwikkelen hun eigen identiteit. De derde generatie staat op meer afstand en
trauma’s zijn verdund, wat meer vrijheid geeft om nieuwsgierigheid te volgen.


*De April-meistakingen zijn weggestopt en onderbelicht gebleven, terwijl de Februaristaking van
1941 veel bekender is in Nederland. Hoe komt dat?

Morssinkhof: Al onmiddellijk na de Februaristaking straalden de communisten naar buiten uit dat ze
er met hun verzet vroeg bij waren. Meteen na de oorlog vonden twee herdenkingen plaats van de
Februaristaking: één van de communisten en één van de burgerlijke overheid. Deze controverse
zorgde voor nog meer bekendheid. In Hengelo leefde de gedachte dat de April-meistakingen mislukt
waren. Op 29 april 1946 organiseerde Stork een herdenking, niet voor de April-meistakingen, maar
voor de 28 mannen en vrouwen van Stork die omkwamen tijdens de Tweede Wereldoorlog.


*Van de 300.000 mannen die opgeroepen werden om in Duitsland te gaan werken zijn er slechts
10.000 gegaan. De staking was een keerpunt in de oorlog, want erna keerde iedereen zich tegen de
bezetter. Met de ogen van nu was de staking een groot succes?

Morssinkhof: De doorwerking was een groot succes. Wat meespeelde was dat pas na de oorlog Loe
de Jong het grotere, samenhangende plaatje heeft geschetst.


*Mijn grootvader was Jan-Berend Vlam, met Tjitte Roorda initiatiefnemer van de staking. Hielden zij
al rekening met de gruwelijke gevolgen en bereidden ze zich daarop voor?

Morssinkhof: Ik denk dat ze zich dat deels niet realiseerden. Mogelijk dachten ze door de omvang
ongrijpbaar te worden. Het idee van een grote algemene staking hing lang in de lucht, werd
voorbereid door Roorda en Vlam, en zij namen waarschijnlijk voor lief dat er slachtoffers zouden
vallen. Dat er zoveel slachtoffers zouden vallen, was niet voorzien en natuurlijk ook een grote
domper.


*Roorda en Vlam zijn als aanstichters niet gearresteerd noch veroordeeld. Waarom niet?
Morssinkhof: Dat wekt tot op de dag van vandaag verbazing. Er werkten Duitsers in de fabriek, maar
er werden geen namen genoemd. Stork was een gesloten systeem. Dit vraagt om meer onderzoek.

*Hield Rauter lijstjes bij van slachtoffers?
Dijkstra: Ik weet het niet. In Marum zijn 16 mensen gefusilleerd door Johan Mechels. Die heeft een
reprimande van Rauter gekregen. Doodschieten mocht kennelijk, als dat netjes aangevraagd werd.


*Petra Wolthuis schreef een boek over de April-meistakingen. Haar vader was een van de stakers. Hij
vertelde niet veel, maar wel dat Stork-medewerkers na de staking doorgingen met sabotage van
producten voor de oorlogsindustrie, die minder in het zicht liep.

Vraag: Is er kans dat de laatste rustplaatsen van de vermisten nog gevonden worden? Er zouden
ergens in de Duitse administratie lijstjes zijn? In een archief in München?

Johan Thus: We zijn nog bezig met onderzoek naar drie mogelijke plaatsen waar zes vermisten
begraven kunnen zijn. De Duitse overheid werkt niet echt mee.
Dijkstra: Er moet op de Appelbergen nog een massagraf zijn. Daar is in 2003 intensief naar gezocht.
Het is een ruig moerasgebied, maar de verwachting is dat deze lichamen niet meer gevonden
worden. Op de Waalsdorpervlakte stuiten zoekacties op weerstand van het Waterleidingbedrijf. De
hoop blijft dat mensen nog gevonden worden.


*Dat nu gezegd wordt dat Stork de staking wegmoffelde is een kant van het verhaal, maar Stork was
een enorm sociaal bedrijf. Mijn vader was chauffeur bij Stork en hij nam met medeweten van zijn
chef voedsel mee naar Amsterdam. In 1943 is hij opgepakt en tewerkgesteld aan de aanleg van
vliegveld Twente, ontsnapt en ondergedoken. Stork zorgde ook voor huisvesting.

Morssinkhof: Stork was een van de sociaalste bedrijven van Nederland. De aard van het werk vroeg
om verantwoordelijkheid van werknemers op elk niveau: als de tekening van een ketel niet klopte,
moest jij naar de tekenaar stappen. Directies vroegen arbeiders om zich te laten horen. Er heerste
een sfeer van samen alles oplossen en elkaar respecteren. Daaruit komen de April-meistakingen
mede voort.
Belleman: Misschien speelde schuldgevoel – bijvoorbeeld over de moord op Frits Loep – een rol bij
het wegstoppen van de April-meistakingen.


*Kun je al vroeg beginnen met het behandelen van oorlogtrauma’s?
Belleman: Mensen zijn ook heel veerkrachtig. Niet iedereen ontwikkelt ernstige klachten. Belangrijk
is dat erkend wordt wat mensen meegemaakt hebben. Voor een aantal mensen is steun genoeg.