Nu, april-mei 78 jaar verder
Op 29 april 1943, nu 78 jaar geleden, braken in Hengelo de April-Meistakingen uit. De stakingen verspreidden zich in razend tempo over heel Nederland, en kregen al snel het karakter van een wilde volksopstand. Wat was de aanleiding? Wat gebeurde er? En wat waren de gevolgen? En waarom zouden we daar bij stil moeten staan?
Voor de niet-Joodse bevolking verliep de oorlog tot die lente betrekkelijk rustig, maar de spanningen, de beperkingen en schaarste liepen langzaam op. Toen de bezetters eind april 1943 plotseling 300.000 oud-militairen opriepen om in Duitsland te gaan werken, sloeg de vlam in de pan. Beginnend in Hengelo, braken in heel Nederland onlusten uit en werd er gestaakt. Iedereen leek mee te doen, de saamhorigheid was groot. Maar óók zag men geen gevaar. De bezetters waren toch vrij redelijk geweest in de eerste drie oorlogsjaren?
De bezetters schrokken enorm van de volksopstand, en stelden met grote haast een Standrecht in. Ze maakten vlug een aantal strenge regels bekend, zoals over staking, avondklok, samenscholing of wapenbezit, en overtreders zouden snel en streng worden gestraft. Hoe? Dat bleef aanvankelijk in het midden. De Ordnungspolizei werd ingezet om de orde te herstellen. Willekeurige arrestaties werden verricht, Onder het mom van ‘samenscholing’ werd gericht geschoten op groepjes mensen, ook al kwamen ze bijvoorbeeld samen uit de kerk. Anderen overtraden nietsvermoedend de ‘avondklok’ waarvan ze nog niet hadden gehoord.
Ter dood veroordeelden werden op een geheime plaats gefusilleerd en op een geheime plaats begraven. De bezetters wilden daarmee voorkomen dat de slachtoffers martelaars werden, die de verzetsgeest zouden aanwakkeren onder de bevolking. Maar deze regel was geheim, en dus niet bekend bij de bevolking. De families van de verdwenen slachtoffers bleven in totale verbijstering achter: een volstrekt onverwachte moord voor een klein of géén vergrijp, waarna de lichamen verdwenen. Of waren ze niet dood? Waren ze misschien meegenomen naar Duitsland? Er waren daar toch dringend werkkrachten nodig?
Na een kleine twee weken leek de rust weergekeerd te zijn. Beide kanten hadden elkaars ware gezicht echter gezien, en dat broeide voort in houding en gedrag.
Om twee redenen is deze geschiedenis nog erg actueel. De eerste reden is vermissing. De bezetters zetten de verdwijning van slachtoffers in als extra intimiderende terreurdaad. Zo verdwenen meer dan honderd veroordeelden. Het ongewisse zou bijdragen aan de angst onder de bevolking, waardoor hun verzet zou breken. Na de bevrijding werden 53 slachtoffers gevonden in massagraven in Groningen, Overijssel, Gelderland en Limburg, 56 bleven vermist. Zij zijn nooit gevonden. Verdwijning kent een datum. Vermissing is nú. Een vermissing kan pas worden afgesloten en een datum krijgen als de vermiste wordt gevonden. Dood of levend. Tot die tijd blijft de vermissing actueel.
De tweede reden bestaat uit de vragen, die opgeworpen worden door de geschiedenis. Het verhaal van de April-Meistakingen, en het wrede neerslaan ervan door de bezetters. Dit is het Grote Verhaal. Maar in onze persoonlijke levens speelt het Kleine Verhaal. Onze betrokkenheid bij de slachtoffers en hun families, met naam en toenaam.
Oma Wilhelmina, op straat doodgeschoten. Oom Willem, Opa Euwe, na de bevrijding in massagraven gevonden. Opa Albert, Oom Gezinus, omgekomen in Duitse kampen na ernstige ontberingen en mishandelingen. Tante Grietje. Opa Frits. Oom Harm, op een geheime plek begraven en nog steeds vermist.
Hun namen openen de deuren naar de vele, soms nooit uitgesproken en gedeelde verhalen erachter, die een brug kunnen slaan tussen toen en nu, tussen oudere en jongere generaties, en naar de huidige samenleving én actuele situatie.
En dat zijn zoveel verhalen, die, wanneer ze worden gedeeld, nieuwe gesprekken ontketenen…
Allereerst natuurlijk het verhaal van de April-Meistakingen…. Intens verdrietig, onrechtvaardig en ingrijpend. Dat mógen we niet vergeten. “Pap, wat is er precies gebeurd? Waarom hier? Waarom zij? Om niets? Zomaar op straat? Hoe kon dit gebeuren? En een begrafenisdienst was verboden? …”
En zo is er het verhaal van het massagraven… “Gevonden in een massagraf? Waar? Hoe hoorde je dat, en van wie? Hoe reageerde je? Wat, kwamen ze langs met lapjes stof, nodig voor de identificatie? Och pap, wat moet dat wat geweest zijn!”
Maar het verhaal gaat niet alleen over mei 1943. De gebeurtenissen zetten andere verhalen in werking. Verhalen die zich uitstrekken tot nú, zoals het verhaal van de vermissing: “Mam, hoe probeerden jullie verder te leven? Konden jullie dat? Hoe hebben jullie gezocht, en hoelang? Van wie kreeg je hulp, en van wie had je hulp verwacht? Hoe kon je hoop en vrees combineren? Kwam er een moment waarop je dacht… nu komt hij nooit meer terug? Of had je het gevoel hem dan dood te verklaren?”
Zo is er het verhaal van de gezinnen die plotseling uiteenvielen. Vrouwen werden weduwe. Moeders stonden er alleen voor. Kinderen waren hun vader kwijt. Broers, een tante, zoons, grootvaders, kleinzoons, verloofden waren plotseling verdwenen of om niets vermoord: “Oma, hoe was dat? Hoe praatten jullie? Huilden jullie? Of niet? Hoe kwam je aan geld voor het dagelijkse leven? Wie deed de taken die bleven liggen? Mama, hoe was dat om zonder vader op te groeien, met dat vreselijke verhaal, waarover al dan niet gepraat kon worden? Hoe was het op school? En met al je latere ervaringen die je zo graag met je vader had willen delen?”
Zo is er het verhaal van sparen en ontzien. De ouderen die de jongeren niet met akelige verhalen wilden belasten, de jongeren die de akelige herinneringen van de ouderen niet wilden oprakelen om hen geen pijn te doen. Een samenzwering van zwijgen, waardoor het verzwegen verhaal juist o zo aanwezig werd. Maar ongrijpbaar. Een verhaal wat juist gedeeld mag worden om nieuwe gesprekken te ontketenen. Gesprekken die helen: “Pap, hoe is het om dezelfde naam te hebben? Mam, ik wil zo graag weten waarom je zo vaak verdrietig voor je uit staart. Ik wil je zo graag troosten. En troost alsjeblieft ook mij door je verhaal met me te delen…”
Zo is er een nieuw verhaal ontstaan. Wisten onze ouders en grootouders maar wat wij nu weten, nu er zoveel meer over de April-Meistakingen bekend is geworden, en nu de eerst wat weggemoffelde en minderwaardig gevonden stakingen meer en meer deel zijn gaan uitmaken van de maatschappelijke dialoog. Waarom duurde dat zo lang?
Zo is er het verhaal van waarheid en leugen, van kwaadaardig optreden van de ene mens tegen de ander. De slachtoffers die op een geheime plaats werden begraven. De slachtoffers die naar Duitse kampen werden afgevoerd, waarna enkelen na vreselijke ontberingen stierven. De slachtoffers die zomaar op straat werden doodgeschoten. Ondergeschikten van de Ordnungspolizei gingen vrijuit. En hun leiders hielden vol dat ze onschuldig waren en orders uitvoerden. Een verhaal wat gedeeld mag worden om nieuwe gesprekken te ontketenen: Hoe kan een wet gemaakt worden, die de ene persoon alle macht geeft en de andere alle macht ontneemt? Hoe kan het dat bijvoorbeeld een kerkelijke majoor van de Ordnungspolizei niet naar christelijke wetten luistert maar wel naar nazi-orders, waarover hij bovendien nog liegt? Hoe hadden ze orders kunnen uitvoeren terwijl ze wisten dat er van alles niet klopte, en dat de nieuwe regels en straffen bij de bevolking nog niet bekend konden zijn?
En zo komen we op het verhaal van menselijke keuzes. Welke wegen kies je als mens? Hoe wil je leven? Wat wil je wel doen, en wat niet? Hoe ga je met anderen om? Welke ruimte geef je, of neem je? Waar kom jij tegen in opstand, en op welke manier? Hoe waardevol is bijvoorbeeld vrije meningsuiting voor jou, van eenieder? Welke waarden streef jij na, en op welke manier? Hoe zoek jij naar waarheid, naar rechtvaardigheid? En zelfs, hoe kan de ene mens een beest worden, en de andere de goedheid zelve? Vragen, waarbij het er meer om gaat om samen voortdurend stil te staan bij de vraag zélf, dan om het vinden van afsluitende antwoorden.
Laten we deze vragen actueel houden en voortdurend samen leven.
Wat zich tijdens de April-Meistakingen heeft afgespeeld is een ernstige misdaad tegen de menselijkheid, die grote gevolgen heeft gehad voor de getroffen gezinnen, tot op de dag van vandaag. Door dat in verhalen en gesprekken te delen, door samen te leren van al die vragen die we daaruit laten voortvloeien, door de antwoorden daarop uit te dragen, geven we tóch een stem aan de slachtoffers die vielen. Zo zijn wij het, die hen postuum iets laten betekenen, en geven we zin aan wat zo volstrekt zinloos leek, en tillen we 1943 naar nu, naar ons dagelijkse leven, 78 jaar later.
Truus de Witte, 3 mei 2021